U hebt de afgelopen vijf jaar hetzelfde team geleid – en op een dag komt u erachter dat uw meest succesvolle werknemer cognitief stimulerende middelen gebruikt op het werk.
Al lijkt het hypothetisch, maar wees u ervan bewust dat het echt kan. Het ongeoorloofde gebruik van voorgeschreven medicijnen zoals Ritalin en de narcolepsiedrug Modafinil is nu gebruikelijk onder Nederlandse studenten. Zij gebruiken deze middelen niet om niet aan het werk te ontsnappen en verantwoordelijkheid te vermijden, maar om meer en beter te kunnen studeren.
Tot 20% van de studenten hebben al eens “smart drugs” geprobeerd, dus we kunnen haast verwachten dat deze pillen ook een prominente rol spelen in tal van bedrijven en organisaties (als ze dat nog niet doen). Het is immers onwaarschijnlijk dat de druk om te presteren zal verdwijnen op het moment dat studenten afstuderen. En oudere werknemers met een veeleisende baan zouden deze middelen zelfs nog nuttiger kunnen vinden dan een 19-jarige student.
Ondanks het anekdotisch bewijs, weten we heel weinig over het gebruik van deze drugs in professionele omgevingen. Kranten beweren dat ze “populair zijn onder stadsadvocaten, bankiers en andere professionals die graag een concurrentievoordeel willen behalen ten opzichte van hun collega’s”. In 2008 werd het narcolepsiemedicijn Modafinil door TechCrunch uitgeroepen tot het “ondernemersmedicijn bij uitstek”. In datzelfde jaar vroeg het tijdschrift Nature zijn lezers of ze cognitieve stimulerende middelen gebruiken; van de 1400 respondenten reageerde één op de vijf positief.
Ondertussen blijft het in de wereld van het management verbluffend stil. Maar vroeg of laat zullen leidinggevenden de kwestie onder deze ogen moeten zien. En voordat we een beslissing nemen, moeten we eerst begrijpen hoe deze medicijnen werken (of juist niet) en ons enkele serieuze vragen beginnen stellen over wat het gebruik ervan betekent.
“Smart drugs”
Ten eerste suggereert overweldigend bewijs dat “smart drugs” daadwerkelijk werken. Een meta-analyse door onderzoekers van de Harvard Medical School in Oxford toonde aan dat Modafinil aanzienlijke cognitieve voordelen heeft voor degenen die niet lijden aan slaaptekort. Dit geneesmiddel verbetert hun vermogen om beslissingen te nemen en heeft een positief effect op het leren en de creativiteit. Een andere studie, door onderzoekers aan de Imperial College London toonde aan dat Modafinil hielp om slaaptekort bij chirurgen in te perken, beter te worden in het plannen en minder impulsief te zijn bij het nemen van beslissingen.
We weten dat ten minste enkele van deze geneesmiddelen medisch veilig zijn. Volgens Anna-Katharine Brem, een coauteur van de Harvard-Oxford studie, heeft Modafinil “maar weinig bijwerkingen” wanneer het gebruikt wordt in een gecontroleerde omgeving. Na de publicatie van het onderzoek begonnen de media te verwijzen naar Modafinil als ‘s werelds eerste veilige “smart drug”.
En de medicijnen zijn niet erg moeilijk te krijgen, afhankelijk van waar u zich bevindt. Modafinil heeft een jaarlijks wereldwijd aandeel van 700 miljoen dollar. Hoewel deze middelen kunnen worden gekocht via het internet varieert hun juridische status van land tot land. Modafinil kopen zonder recept, bezitten en gebruiken is volledig legaal in het Verenigd Koninkrijk
De verkoop van ADHD-medicijnen groeit snel, met een jaarlijkse omzet van 12,9 miljard euro in 2018. Deze geneesmiddelen kunnen legaal worden verkregen door degenen die een recept hebben, waaronder ook degenen die opzettelijk de symptomen hebben vervalst om de gewenste medicatie te verkrijgen. (Volgens een experiment gepubliceerd in 2010, is het moeilijk voor artsen om degenen die de symptomen veinzen te scheiden van degenen die ze daadwerkelijk hebben.) Dat gezegd hebbende, kan het zijn dat vervalsen niet nodig is als een arts uw gewenste productiviteitsniveau of uw stress rond een groot project als reden genoeg ziet om u deze medicijnen voor te schrijven.
De hamvragen
Omdat deze medicijnen – voor het grootste deel – veilig, effectief en gemakkelijk verkrijgbaar zijn, zorgen ze een aantal ethische dilemma’s onder zowel werknemers als organisaties.
Is het moreel verkeerd om deze medicijnen te gebruiken? Moeten we “smart drugs” vergelijken met doping – met andere woorden, met bedrog?
Moet het gebruik van “smart drugs” op het werk worden aangemoedigd? Zou u als manager in een ziekenhuis willen dat uw chirurg onder de invloed van deze medicijnen is, op voorwaarde dat er duidelijk bewijs is dat ze zijn of haar werk verbeteren? Zou u als CEO van een luchtvaartmaatschappij de voorkeur geven aan een piloot die deze middelen gebruikt als dit de kans op ongelukken zou verminderen?
Kunnen deze middelen zorgen voor een beter leven buiten het werk? Misschien wel het sterkste argument tegen het gebruik van “smart drugs” is dat het zou kunnen leiden tot een steeds intensievere ratrace binnen het bedrijf. Het is duidelijk dat we op dit moment niet in staat zijn om een duidelijke grens te trekken tussen werk en privé.
Samengevat is het moeilijk te zeggen hoe leidinggevenden op deze vragen zullen reageren. De kwestie omtrent het gebruik van deze geneesmiddelen zit boordevol ethische en zakelijke dilemma’s. We kunnen alleszins besluiten dat deze middelen een veelvoorkomend probleem zijn, zowel binnen als buiten het werk.